Blog
Ik vraag me dagelijks wel iets af over het Nederlands. Soms zoek ik uit hoe het zit en schrijf ik er een artikel over. De meeste daarvan vind je hieronder; er staan er ook een paar op LinkedIn.

Stuk of stuks: één stuks?
Is het ‘één stuk’ of mag ‘één stuks’ ook? Bijvoorbeeld: ‘Eén stuk(s) handbagage is toegestaan.’ Het enkelvoud stuk is het gewoonst na één: één stuk handbagage. Toch komt de vorm met -s ook wel voor.

Hoeveel lettergrepen heeft Alexia?
Hoe kun je de naam Alexia afbreken aan het eind van een regel? Kort antwoord: niet! Heeft die naam dan maar één lettergreep? Nee, wel vier … Hoe kan dat nou?

Waarom schrijven we ie en niet ii?
Hoe komt het dat we de i als enige klinker niet verdubbelen tot ii? Dus waarom ie naast aa, ee, oo en uu?

Waar komt ‘bebouwde kom’ vandaan?
De bebouwde kom is dat deel van een stad of dorp waar huizen en andere panden min of meer dicht bij elkaar staan; een concentratie van gebouwen. Waar komt die

Nieuwsbrieven over taal
Welke nieuwsbrieven moet je lezen als je alles over het Nederlands en taal in het algemeen wilt bijhouden?

Positief is negatief en andersom. Waarom?
‘Een positieve uitslag’, dat is heel verwarrend. Na een sollicitatiegesprek is het goed nieuws, na een coronatest of soatest niet. Hoe komen we aan die tegengestelde betekenissen van ‘positief’ en ‘negatief’?

Tussen lunch en diner: ‘dunch’, ‘vieruurtje’, ‘early dinner’?
Hoe noem je een maaltijd die tussen lunch en diner in zit? Dunch, vieruurtje, early dinner of nog iets anders?

‘Werkse’? Nee, het is ‘werk ze’ (en ‘eet ze’, ‘slaap ze’)
Hoe wens je iemand een goede werkdag toe? Niet met ‘werkse’, maar met ‘werk ze’. In zulke wensen staat altijd het losse ‘ze’.