Een hit is een succesnummer. Het komt van het Engelse to hit: ‘slaan’. In het Nederlands zou je het letterlijk kunnen vertalen als ‘voltreffer’; je kunt ook denken aan iets wat ‘aanslaat’ of waar een artiest een ‘slag mee slaat’.
Tegenwoordig gebruiken we hit niet alleen voor muziek, maar ook voor een vindplaats op internet; als je iets opzoekt, krijg je op Google een bepaald aantal hits, en dat noemen wij ook wel ‘treffers’. Maar voor een muziekhit heeft het Nederlands nooit een eigen woord gehad. Behalve misschien iets als succes; vroeger zag je wel elpees met “de 20 grootste successen”, al denk ik daarbij direct aan oubollige artiesten als James Last.
Schlagers uit Wenen
Opvallend is dat er voordat we het woord hit kenden ook wel hits bestonden, maar toen gebruikten we er een Duits woord voor: schlager. Dat betekent precies hetzelfde, want het komt van schlagen: ‘slaan, raken, treffen’. Daar zit een hele geschiedenis achter. Het woord komt uit Wenen en het sloeg op operettenummers die ‘aansloegen’ bij het publiek. Die succesnummers waren zo populair dat er aparte opvoeringen kwamen van de grootste succesnummers uit operettes, van de schlagers dus. Dat begon rond 1880 en rond 1900 kwam het met de Duitse toneel- en muziekmode mee naar Nederland. Toen in de jaren vijftig de rock-’n-roll en andere moderne muziek uit de VS overwaaide, kwam het woord hit daarmee mee, en raakte schlager beperkt tot Duitstalige muziek.
Er zijn nog diverse andere woorden waarmee op de radio hits worden beschreven: knaller, klapper, kneiter – allemaal woorden die iets hards, iets intens aanduiden, en die vaak ook nog andere betekenissen hebben. Een knaller kan ook een grote winst zijn, een klapper een succes, een kneiter iets heel groots. Kneiter komt waarschijnlijk van ‘een kneiter van een hit’, zoals je trouwens ook ‘een dijk van een hit’ kunt hebben – maar dijk is nooit een woord voor een hit geworden. Wel van een band, natuurlijk, wat me weer aan De Toppers doet denken – ook topper kan ‘hit’ betekenen. Verder komt kraker nog voor als woord voor een hit; maar het is bekender uit kaskraker, wat vooral voor films wordt gebruikt (een mooi alternatief voor blockbuster).
Hitland
Iets curieus tot slot: er is nog een ander woord hit, dat ‘klein paard’ betekent. Oorspronkelijk verwees dat woord naar een shetlandpony, en hit is een verkorting van Hitland, wat een oude naam van de Shetlandeilanden was. Zelfs hittepetit komt van hit, dat ook wel voor jonge dienstbodes werd gebruikt, alsof het een soort paardjes waren.
Ik doe iets met taal. Teksten corrigeren bijvoorbeeld. Lees meer!
6 reacties op “Hoe een schlager een hit werd”
Dat zijn leuke dingen voor de mensen …
een leuk stuk informatie / de wijze waarop het onderwerp wordt benaderd, doet me ook goed – Phons Bakx
Leuke column! In Vlaanderen wordt een hit (en/of een succesvol artiest) trouwens ook wel een klepper genoemd.
Waarom is James Last oubollig?
Wat dacht je van een carnavalskraker?
“Kraker” wordt m.i. nog wel veel gebruikt in de samenstelling “Carnavalskraker”.
De term “Carnavalshit” ben ik overigens ook wel tegengekomen, maar enkel als daar wel degelijk mee naar de ambigue betekenis werd gehint.