De z vecht terug – Wouter van Wingerden doet iets met taal
zonsondergang

De z vecht terug

Een kleine observatie. In Amsterdam sien se nog steeds de son in de see sakken. Maar de z vecht terug: steeds vaker laat hij zich niet assimileren met de stemloze medeklinker die er direct voor staat.

Da’s natuurlijk nogal taalkundig geformuleerd. Laat ik eerst assimilatie uitleggen: dat is het fenomeen dat klanken die wezenlijk van elkaar verschillen, een eigenschap van elkaar overnemen, omdat dat makkelijker praat. Dat doe je niet bewust; het gaat vanzelf. En die assimilatie blijkt volgens allerlei vaste patronen te verlopen (ze verschillen wel per taal). Een paar gevallen in het Nederlands:

  • ook zij > ook-sij
  • afval > af-fal
  • uitval > uit-fal
  • het zuiden > het-suiden
  • liefde > liev-de
  • zakdoek > zag-doek (g van goal)
  • opbellen > ob-bellen

In de eerste vier gevallen gaat het om ‘progressieve assimilatie’: de k, de f en de t zijn stemloos, en daardoor wordt de z of de v die erop volgt, ook stemloos. De laatste drie zijn ‘regressief’: de f, de k en de p worden stemhebbend, omdat de d of de b die erop volgt dat is. Je kunt er meer over lezen in een inmiddels niet meer zo nieuwe syllabus van fonoloog Marc van Oostendorp, die integraal online staat (zie paragraaf 4.5).

Peter Kuipers Munneke
Weerman Peter Kuipers Munneke laat zich weleens een ‘hed-zuiden’ ontglippen.

Maar ik merk dat die vaste patronen aan het veranderen zijn. In elk geval in combinaties waarin de z de tweede klank is. Die zou na een stemloze klank als k of p of t stemloos moeten worden en dus als een s moeten gaan klinken. Alleen – dat gebeurt steeds vaker niet. Ik hoorde vanmorgen zelfs Marc van Oostendorp zelf (2:09) ook zij uitspreken als oog-zij (waarin niet de z stemloos wordt, maar de k stemhebbend, als de g van goal dus). Het valt me op radio en tv vaak op dat die z nadrukkelijk stemhebbend klinkt en de ‘assimilatiewetten’ tart. Uit-zetten, het-zuiden (of hed-zuiden), op-zoeken (of ob-zoeken), broek-zak – weermannen en -vrouwen, nieuwslezers, interviewers, voice-overs, steeds meer mensen benadrukken die zoemende z. Overigens vaak zonder de klank ervoor expliciet stemhebbend te maken; de assimilatie wordt dan dus simpelweg niet toegepast.

Hoe dat komt? Ik weet het niet. Als ik er iets over móést zeggen, zou ik het vermoeden uitspreken dat het angst-voor-z-als-s is. Hypercorrectie dus. Vandaar dat je het juist hoort in de media, bij mensen die zich ervan bewust zijn dat ze een groot publiek hebben. Ze willen netjes praten, niet plat overkomen. (Er zijn vast ook mensen die meteen een verband leggen met de invloed van migranten, maar daar geloof ik in dit geval niet zo in – eerder dus hypercorrectie, met invloed van spellinguitspraak.) Maar ik ben benieuwd naar andere, misschien betere theorieën.

4 reacties op “De z vecht terug”

    1. doetietsmettaal

      Daar geloof ik niet zo in, zoals ik al schreef. Het lijkt me niet erg waarschijnlijk dat dat bij een heel andere groep (niet alleen maar jonge) taalgebruikers zo’n invloed heeft.

  1. Marc van Oostendorp

    Over dit fenomeen hebben we een jaar of twee geleden gediscussieerd op Neder-L: http://www.neerlandistiek.nl/2015/05/ik-zeg-ekzamen/ en
    http://www.neerlandistiek.nl/2015/05/waarom-zegt-vlaanderen-egzamen-en-takseren/

    Vooral de discussie onder het eerste bericht is interessant. Het heeft iets met klemtoon te maken.

    ‘Hypercorrectie’ is in dit soort gevallen naar mijn idee nauwelijks een interessante hypothese. Er is helemaal niet zo’n angst om [s] te zeggen. In dit geval gaat het bovendien om een duidelijk fenomeen, stammend uit een gebied waar mensen een verschil maken tussen [s] en [z]. Ook ik kom, in ieder geval in dit opzicht, uit dit gebied beneden de grote rivieren.

    Maar zelfs als het gaat over ’twee [z]ent’ van Amsterdammers is het zeker niet per se hypercorrectie. Wanneer iemand geen verschil maakt tussen de twee klanken, zegt hij meestal iets ertussen in (een s/z met een béétje stembandtrilling). Sprekers die wel verschil maken kunnen echter ‘een beetje ertussenin’ niet horen; zij horen of een [s] of een [z], de ene keer dit, de andere keer dat. Het is heel waarschijnlijk dat deze mechanisme het verschijnsel ’twee [z]ent’ verklaart.

  2. Was H.K.H. prinses Beatrix niet het schoolvoorbeeld van de enige moedertaalspreekster die het getal 66 niet op natuurlijke, fonologisch geïnduceerde wijze als ‘sessensestig’, maar (hypercorrect?) als ‘zesenzestig’ uitspreekt?

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar top
Wouter van Wingerden doet iets met taal draait op SYS Platform SYS Platform - Platform voor Coaches & Opleiders