Verdenken, verruimen, vergeven, verwerken … Er zijn talloze woorden, vooral werkwoorden, die met ‘ver-’ beginnen. Wat betekent dat voorvoegsel van oorsprong?
Ver- is van Germaanse origine. In die moedertaal van het Nederlands bestonden de voorvoegsels fra-, fur- en fer-, met uiteenlopende betekenissen. Die zijn allemaal samengevallen in de vorm ver-.
Die oude vormen fra- en fur- zijn verwant met ons woord voor in de plaatsbetekenis én de tijdbetekenis. En de vorm fer- is verwant met per in de zin van ‘erdoorheen’, maar ook met ver in de betekenis ‘op afstand’.
1. Veranderen
Die drie betekenissen kun je tegenwoordig voor een deel nog herkennen in de woorden die met ver- beginnen. Die verre afstand bijvoorbeeld, die zie je nog terug in onder meer verbannen, verdwijnen en vertrekken. En daar is nog een betekeniscategorie mee verwant, namelijk woorden die een verandering uitdrukken. Zoals veranderen zelf, maar bijvoorbeeld ook vervormen, verplaatsenen verliezen.
Maar lexicografen die ver- in woordenboeken hebben beschreven, noemen wel dertig betekenisnuances van ver-. De meeste van die nuances hebben zich veel later ontwikkeld dan in het Germaans. De drie belangrijkste ‘nieuwere’ betekenisgroepen noem ik hier.
2. Negatief
Er is een opvallende groep van werkwoorden die door ver- een negatieve betekenis hebben, bijvoorbeeld dat iets misgaat, kapotgaat, slechter wordt of verdwijnt. Bijvoorbeeld vergissen, verslikken, verspreken, verslinden, vernietigen, verdenken, verwensen, verscheuren en verbruiken.
3. ‘Worden tot’
Je zou denken dat ook woorden als verpesten, verzieken en verpulveren bij die negatieve groep horen. Maar nee: ze drukken, net als veel neutrale en positieve woorden zoals versieren en verblijden, uit dat iets wordt of krijgt wat de kern van het woord uitdrukt, dus ziek of blij. Zo heb je ook verbreden, versmallen, verkleinen, vergroten, verdiepen en verhogen. Vergulden en verstenen horen ook bij deze groep: ‘van een laagje goud voorzien’, ‘tot steen worden’.
4. Voltooiing
Een laatste categorie die je vaak tegenkomt, zijn woorden waarin ver- een voltooiende betekenis heeft. Als je iets verkrijgt, verdient of verwerft is het definitief van jou, en als je iets verbergt, verhult of verpakt, dan is het aan het oog onttrokken. Ook verwerken hoort daarbij: je hebt eraan gewerkt en dat heb je achter de rug. Net zo kun je iets pas vergeven als je er niet meer op terug hoeft te komen.
Vergeten en vereten
Tot slot twee curieuze gevallen:
- Wat is geten in vergeten? We kennen het niet meer los, maar het Engelse to get (‘krijgen’) biedt uitkomst. Vergeten is dus letterlijk weg-krijgen, oftewel kwijtraken uit je geheugen.
- Vreten is ontstaan als vereten. Dat was dus, net als verslinden en verorberen, zo eten dat alles op ging.
5 reacties op “Wat betekent ‘ver-’ als voorvoegsel?”
Leuk om te lezen! Ik zocht ‘verbazen’ op. Dat blijkt dus ‘in de war brengen’ te betekenen en is gerelateerd aan het werkwoord bazelen. Grappig. Puntje 3, denk ik?
Ver- in verbazen heeft volgens de Etymologiebank eerder een versterkende betekenis; niet een van de hier genoemde categorieën dus.
Aardige analyse van een (is dat het woord?) convergente ontwikkeling. Er is nog zo’n voorvoegsel dat van alles kan betekenen: ont- (Edward Valens schreef Het boek ont). Meestal geeft het het tegendeel aan van het kernwoord (onthullen, ontwaarden, ontgroenen), of een actie met een vergelijkbaar negatief effect (onthoofden). Ik heb binnen mijn vakgebied altijd gestreden tegen het germanisme ‘ontlediging’ (maagontlediging, Magenentleerung), dat dan immers ‘vulling’ zou betekenen. Maar lang niet altijd is die negatieve betekenis duidelijk (ontvangen, ontbijten, ontvangen). Zijn er bij ont- ook verschillende ‘herkomsten’, zoals bij ver-?
Mogelijk is er een ander voorvoegsel in-, dat een begin aangaf, met ont- samengevallen. Onze Taal schrijft erover.
Wat een leuke uitleg! Als een nieuwe spreker van het Nederlands, ben ik zo benieuwd naar juist deze soort toelichting. Ik heb zojuist je boek gereserveerd. Bedankt!