Er doen geruchten de ronde dat … Is ronde hier goed of moet het rondte zijn? En kunnen geruchten ook de rond(t)e gaan of gaan ze rond? Lees hier wat er wel en niet kan.
De rondte
Laten we eerst naar de rondte kijken. Letterlijk ‘dat wat rond is’. Het zit net zo in elkaar als hoogte en leegte: het bijvoeglijk naamwoord rond met het achtervoegsel -te. Je gebruikt het in de volgende gevallen:
- ‘hoe rond iets is’: de rondte van een bal
- ‘alle kanten op’: de lammetjes sprongen in de rondte
- ‘in een kring’: de kleuters zaten in de rondte
Ook kan in de rondte lopen/rijden etc. een synoniem zijn van rondlopen/rondrijden enz.: ‘We reden uren in de rondte om een kampeerplek te vinden.’
Een bekende uitdrukking is een slag in de rondte (letterlijk ‘een hele draai’): ‘We hebben ons een slag in de rondte gewerkt om alles op tijd klaar te krijgen.’ Een versterking daarvan is drie slagen in de rondte (dat komt van ‘driemaal in de rondte’ uit het kinderlied Berend Botje, zegt Onze Taal). Ook hoor je weleens een uur of uren in de rondte: ‘Hij stonk een uur in de rondte’ (je kon het als het ware in de wijde omtrek ruiken, tot op een uur afstand).
De ronde
Een ronde is een rondgang: één keer een route helemaal afleggen, of dat nu een cirkel is of niet. Je gebruikt het voor bepaalde beroepen, in sport en spel en bij een verzameling mensen. Het verkleinwoord is rondje.
- beroepen: de soldaten liepen hun ronde, de zaalarts deed haar ronde
- sport: de derde ronde, de finaleronde, de Ronde van Frankrijk, een ererondje, een rondje fietsen/lopen; figuurlijk ook wel buiten de sport: gespreksronde, ontslagronde
- spel: een quiz met tien ronden, een rondje
- iets wat een voor een langs een groep mensen gaat: de laatste ronde in een café, een rondje geven, rondje van de zaak, een voorstelrondje
Vooral in België wordt in de ronde weleens gebruikt in de betekenis ‘in de omtrek’: ‘De krater mat honderd meter in de rond(t)e.’ Rondte is hier het gewoonst. Ook in het rond is mogelijk.
Er zijn een paar uitdrukkingen met de ronde:
- nieuwe ronde, nieuwe kansen
- de ronde doen: er doen geruchten de ronde dat zij minister wordt; er doen vreemde verhalen over hem de ronde.
De ronde gaan wordt beschouwd als een contaminatie van de ronde doen en rondgaan; het is dus niet ‘Die geruchten gaan de ronde.’
Rond
Het bijvoeglijk naamwoord (en voorzetsel en bijwoord) rond bespreek ik niet uitgebreid. Maar in relatie met ronde of rondte is wel relevant:
- in het rond: synoniem van in de rondte (‘in een cirkel’, ‘alle kanten op’ e.d.)
Je kunt dus rondlopen, in het rond lopen én in de rondte lopen.
Ja, ik ben een pietje precies. Wel zo handig als ik je tekst nakijk!